St.Antonius-, St.Sebastianus- en H.Sacramentsgilde, Beugen

Urnen bij gildekapel

Door René Klaassen

BEUGEN – Zeer waarschijnlijk als eerste in Nederland krijgt het Gilde van Beugen een eigen urnenvoorziening. Deze komt bij de kapelletje op de hoek Heiveldestraat/Brouwersstraat.

Dat kapelletje is daar ruim twintig jaar geleden door gildenbroeders zelf gebouwd, naar de grond geschonken was door Beugenaar én gildenbroeder Tien Reijntjens. “Voorheen stonden er onze schutsbomen”, zegt Eerste Deken Cor Bonants van het St. Antonius-, St. Sebastianus en H. Sacramentsgilde. “In verband met het nabijgelegen kwetsbare natuurgebied De Vilt mocht daar echter niet meer geschoten worden. Daarom zijn de schutsbomen naar een andere locatie in Beugen verhuisd.
Het terreintje op de hoek Heiveldsestraat/Brouwersstraat raakte in verval, totdat eigenaar Reijntjens de grond afstond aan het Gilde. Toen is het idee om er een kapelletje op te bouwen ontstaan.” Tegen de achterwand van het gebedshuisje zijn drie hout-plastieken aangebracht, die de naamgevers van het Gilde verbeelden. Tegen de zijwanden zijn marmeren platen geschroefd, met daarop de namen van de sinds 1933 overleden gildenbroeders.

“In dat jaar werd het Beugens gilde heropgericht”, vervolgt Cor Bonants. “Naar aanleiding van deze marmeren platen met de namen van gestorven gildebroeders kreeg Tien Reijntjens het plan om bij het kapelletje een urnenvoorziening op te richten. Er is vervolgens een commissie gevormd, die de haalbaarheid ervan heeft onderzocht. Dat heeft geruime tijd in beslag genomen. Algemene en kerkelijke begraafplaatsen kennen uiteraard wel voorzieningen om urnen met de as van overledenen te plaatsen. Maar dat instellingen zoals gilden over een dergelijke voorziening zouden kunnen beschikken, was bij iedereen onbekend. Een deskundige die daarnaar op zoek is gegaan, meldt dat bij zijn weten dit in ons land niet voorkomt. De wet – zo blijkt – staat het onder voorwaarden echter wel toe.”
Zo moet het gilde een deugdelijke registratie bijhouden van de overledenen wier as bij het kapelletje is bijgezet. En uiteraard moeten er urnenrechten betaald worden en onderhoud gepleegd. “In een halfronde boog achter het kapelletje komen holle zuilen te staan, waarin de urn met de as van de overleden Beugense gildebroeder wordt geplaatst”, legt Cor Bonants uit.

“Deze achtkantige, door gildenbroeders zelf vervaardigde zuilen worden afgedekt met een marmeren plaat met daarop de naam van de overledene. Ook de urn van de partner van de gestorven gildenbroeder kan worden bijgezet. Uiteraard wordt de naam van de overleden gildenbroeder ook op de marmeren plaat in het kapelletje vermeld.”
Overigens is er geen enkele verplichting voor de leden van het Beugens gilde om als ze overleden zijn hun as bij te laten zetten bij het kapelletje, benadrukt Cor Bonants. “Iedereen neemt daar zelf een beslissing over.” De urnenvoorziening wordt op 2e Pinksterdag in gebruik genomen. Eerst is er een Euchastieviering met Gildeneer in de Kerk van Beugen. Daarna trekken de leden van het St. Antonius-, St. Sebastianus- en H. Sacramentsgilde naar het kapelletje, waar de pastoor de grond zal wijden. Voor de Eerst Deken Cor Bonants zal 2e Pinksterdag een heel bijzondere zijn. Niet alleen omdat het onder zijn leiding staande Gilde vanaf dan zal kunnen beschikken over een eigen urnenvoorziening, maar ook omdat de as van zijn enige tijd overleden vader er als eerste al worden bijgezet.

Bron: Boxmeers Weekblad 21 april 2004